Het vriest een graad of wat. Een schrale winterzon staat laag aan de hemel waardoor ik diep het vlieggat in kan kijken. Warempel, ik zie ze! Hun vleugeltjes glinsteren in het zonlicht. De bruine lijfjes bewegen zich zo nu en dan. Tot volgend jaar!
Laat licht
Het wordt al dunner in de lucht en ijler, korter
licht, lagere zon, en langzaam komt het naderbij,
het blauwe licht van niet meer bang hoeven zijn.
Wij kunnen schuilen in eenvoudigheid, in volheid
en warmte van de winter, het overschatten moe
en dichterbij wanneer de zon is uitgegloeid.
Chris J. van Geel